In grote lijnen lijkt mij iedereen toch een gelijke mening heeft:
Zolang je niet de situatie ter plekke gezien moet je vooral van de blinde lijnen en niemandslandjes af blijven.
Deze maken osm tot een goed bruikbare topografische kaart.
Het zijn de details en de verschillende situaties waar de meningen uiteen gaan lopen.
Misschien is het mogelijk om de verschillende situaties op te beschrijven en te kijken wat het beste is?
Hierbij enkele voorbeelden waar iedereen op kan schieten :
VB 1) Een wandelpad loopt door een weiland
Via een stegelke of hekje kom je op een weiland. Het pad is te volgen door het platgelopen/weggesleten gras (als je geluk hebt).
Na het intekenen van de ‘highway’ is er geen toegevoegde waarde meer voor de blinde lijn en mag deze verwijderd worden?
VB 2) Een wandelpad slingert zich door een heidegebied.
Het pad is een zandpad doordat er niets (meer) groeit vanwege het wandelen.
Na het intekenen van de ‘highway’ is er weinig toegevoegde waarde meer.
Het witte niemandsland dat er nu meestal staat is de zandweg. Maar waarom zou je het zand intekenen als we dat bij het asfalt ook niet doen?
Voorstel : Het witte niemandsland een blinde lijn maken?
VB 3) Een beek/riviertje loopt tussen het boerenland (akkers/weilanden) door.
De standaard in mijn omgeving (Noord Limburg) is dat het waterschap de beek en een werkpad in eigendom heeft.
Als er nu een blinde lijn staat dan is het voor mij ook onwaarschijnlijk dat dit de echte perceelsgrens is.
Om het gedetailleerd in te tekenen zou je de blinde lijn open moeten trekken en er een waterway in moeten tekenen met een als vulling gras (en brandnetels…).
Indien er een gemarkeerd wandelpad (track of path) langs de beek loopt kun je die ook over het gras leggen.
(Bij het waterschap Peel en Maas is het uitgangspunt dat wandelaars en fietsers over de werkpaden en dijken mogen tenzij er een bord staat dat het niet mag).
Voorstel : De waterway intekenen. De blinde lijn laten staan of optioneel meer gedetailleerd intekenen?
Een evt. witte lijn niemandsland omzetten naar gras (deze situtatie heb ik zelf nog niet gezien)?
VB 4)
Een pad van 2 voeten breed (of een paar fietsbandbreedtes) slingert zich tussen de bomen door in een bos.
Na het intekenen van de ‘highway=path’ is er weinig toegevoegde waarde meer voor een witte lijn of blinde lijn.
Voorstel: Indien er niemandland is getekend, die omzetten naar een witte lijn of weghalen?
Het witte niemandsland omzetten naar zand of 'afgevallen bladeren) lijkt mij onzinnig.
VB 5)
Een zandweg met tractorsporen loopt door het bos.
De weg is aan begin afgesloten met een paal en er staat een bord Staatsbosbeheer/Natuurmonumenten/Provinciaal landschap en de voorwaarden waarop je de weg op mag.
Nu is het meestal als een witte weg (niemandsland) ingetekend.
Na het intekenen van een highway=track blijft er een witte lijn (niemandsland) omheen over.
Het is onwaarschijnlijk dat dit een perceelsgrens is.
De weg is van zand, moet je dan het niemandsland als zand intekenen? En tot aan de boomstam?
Voorstel : Het witte niemandsland mag omgezet worden naar een blinde lijn?
VB 6)
Een asfaltweg loopt door het bos en is een doorgaande weg (geen toegangsweg tot een parkeerplaats).
De weg is omringd door wit niemandsland.
Waarschijnlijk dat de weg van een (andere) overheidsinstantie) en dus ook een ander perceel.
Voorstel : Het witte niemandsland laten staan?
De brede witte lijnen die nu overal lopen zijn een zegen (dat kan niet vaak genoeg gezegd worden) om de kaart als topografische kaart te gebruiken.
Na het intekenen van een waterway/highway vind ik het persoonlijk lelijk om de witte brede lijn te laten staan.
Maar hier zullen we het wel nooit over eens worden, smaken verschillen
ad. 3.
Het intekenen van perceelsgrenzen lijkt mij lastig omdat dit niet te zien is.