Heel vele nieuwe informatie voor mij.
Ten eerste zal ik even aanvullende informatie over alle niet-OSM-gerelateerde zaken:
-
In Nederland heb je historisch gezien grofweg 2 soorten bedrijven: stadsvervoer en streekvervoer. In de jaren '90 waren grofweg alle streekvervoerders onderdeel van de VSN-groep (Verenigd Streekvervoer Nederland). Technisch is hier een enorme harmonisatie uit ontstaan. Vrijwel alle streekvervoerders hebben zo’n 10 keer per jaar een EOD (equipment operating data), waarmee alle route-informatie intern in de systemen gezet wordt, maar ook extern (9292, GOVI, NDOV). Alle dienstregelingwijzigingen vinden plaats op deze EOD-momenten. Als er een tussentijdse dienstregelingwijziging is, dan staat die vaak al in de EOD van daarvoor, met andere lijngeldigheden. In principe zou een update direct na (of voor, de gegevens zijn vaak een week eerder al op het NDOV-loket beschikbaar) een EOD-update mogelijk zijn. Ik weet niet of de EOD-data ook op elkaar afgestemd zijn.
-
Een ander gevolg vanuit de VSN-tijd is dat de meeste halten een uniek haltenummer hebben, de eerste vier cijfers is gelijk aan het zonenummer, de laatste vier zijn bedacht door de plaatselijke vervoerder. In de interne systemen van de verschillende vervoerders zijn deze halten in de loop der jaren uiteen gaan lopen, reden waarom je op bijv. Google Maps soms twee haltes naast elkaar ziet, een met de Syntus-lijn en een met de Connexxion-lijn (bijv op Veenendaal Station Centrum Stationsplein (lijn 83/80 en 85) of Veenendaal Station Centrum Kerkewijk (lijn 80/81/6XX en 505))
De stadsvervoerders hebben niet deze systematiek van haltenummers, maar vanuit het NDOV wordt dat binnenkort wel geëist (waarbij we nog veel vragen hebben - zoals wie verzint dan een haltenummer en wie is voor welke halte verantwoordelijk?) -
Lijnen in “elkaars gebied” komen regelmatig voor - anders zouden er heel veel bushaltes op de provinciegrens eindigen. Zie ook weer bovenstaande link. Lijn 80 van Connexxion Utrecht komt in zijn route 5 keer de provincie- en dus concessiegrens Utrecht-Gelderland over. En lijn 50 rijdt van Wageningen (Gelderland, Syntus) naar Utrecht (BRU-concessie, QBuzz)
Ik denk dat een automatisch routeplan-algoritme halte-halte niet te doen is, zeker niet op lastigere routes, en zo veel controle vergt dat dat dán beter handmatig kan. Maar voor in ieder geval de Connexxion-KV1-data is volgens mij de héle route bekend, dus dan kan je deze grotendeels op een way fitten - je bent dan al een stuk dichterbij.
Lastig punt daarbij is het verschil in locatie tussen een halte, een halte en een halte. Welke locatie heeft een halte?
-
De haltepaal (juridisch haltepunt)
-
De instaptegel (voor de passagier het belangrijkste punt)
-
De stopplaats van de bus (een bus is 12x2,55 m, dus dat is niet echt een “punt”, maar bij Connexxion zit de GPS-antenne op het dak, ongeveer boven de bestuurder)
-
De plaats op de weg, het dichtstbij de haltepaal, instaptegel of stopplaats.
In de eerste drie gevallen zal de route namelijk niet door de halte heen gaan.
Daarnaast verplaatsen haltes zich ook vrij regelmatig. Ik denk dat in mijn jaar als vervoerkundige van alleen Provincie Utrecht-Oost er al zeker 40 haltes opnieuw ingemeten zijn, omdat ze vanwege een renovatie (verhoogd halteperron) een tiental meters verplaatst zijn. Maar bijvoorbeeld een halte als Kaap Doorn (vroeger: Sandenburg), is dat een verplaatsing? In onze systemen wel, en het is hetzelfde haltenummer gebleven, maar de halte heet anders en ligt zo’n 400 meter verderop.
Daarnaast vroeg ik mij filosofisch af wat het nut is van het mappen van busroutes. Voor stads- en streekbussen is dat zeker handig want die hebben een redelijk vaste route, maar voor bijvoorbeeld de bus Parijs-Amsterdam (iDbus) vraag ik mij af of deze een vaste route hebben, of bij file ook af mogen wijken (zo is in tijd in de avondspits via Lille sneller, maar overdag en 's nachts via Brussel en ter hoogte van Breda heb je er niets aan om te weten dat er een buslijn over de snelweg loopt als de dichtstbijzijnde halte 100 km verderop is.
Nouja, veel om over na te denken. Ik ben nu een beetje gaar, maar denk en werk er graag over mee. Polyglot: ik wil dat graag zien in die Hangout.
(En m’n scherm delen, spannender dan dat wordt het niet)
